Het Open Boek Texel


< Terug



  
H e t  w o l f j e  e n  d e  g ar n a a l


J a n  W o l k e r s



Uit : 23 sprookjes, verhalen en fabels, uitgegeven door De Bezige Bij in 1985

Uitverkocht








Er was eens een wolfje dat tijdens warm drukkend zomerweer verkoeling zocht aan het strand. Terwijl het daar zo langs de vloedlijn schooierde viel zijn gulzig oog ineens op een weelderige garnaal, die in de van hitte zinderende verte loom op een blokje basalt zat.
Bij het aanschouwen van zoveel sappig roze vlees kwam het water in zijn bek te staan, maar ja, dacht het wolfje, een garnaal zonder mayonaise is als een ei zonder zout.
Snel klom het op een verfijnde snack beluste dier tegen het duin op en repte zich door helm en stekelige duindoorns naar zijn in het eikenhakhout verscholen hol, bracht daar een nog goed gevuld potje mayonaise uit te voorschijn en spoedde zich in allerijl ermee terug.

Toen het wolfje de garnaal naderde hield het wijselijk de romige zure lekkernij achter zijn rug verborgen, terwijl het sloom en achteloos zei, 'Wat een puf-hitte... wat een puf-hitte, lieve vriendin.'
'Verzengend gewoon', zei de garnaal met een vrouwelijk zangstemmetje. 'Eerlijk gezegd stond ik net op het punt om uit de kleertjes te gaan.'
'Laat je door mij niet weerhouden, lieverd,' vleide het wolfje.
'Ik zou waarachtig willen dat ik je verfrissende voorbeeld kon volgen.'

Terwijl de garnaal zich moeizaam van haar glazige kurasje ontdeed, keek ze ineens naar het wolfje op dat besmuikt stond toe te kijken en vroeg wantrouwend: 'Wat heb je daar achter je rug? Toch geen potje mayonaise?' Het wolfje lachte geheimzinnig, bracht het potje met een elegante zwaai te voorschijn en draaide het schroefdekseltje eraf.

Toen hield hij het verlokkend onder de neus van de garnaal en zei, 'Nou, hoe ruikt dit? Geurtje, hè! Het is pure garnalen-zalf, meiske.'
'Aangenaam, die kruidige zure lucht. Het past wel bij me.' 'Dat zou ik denken,' mompelde het wolfje binnenbeks en het zei, terwijl het zich in de zon naast de garnaal op het blokje basalt neerzette, 'Met dit warme weer neem ik steevast een potje garnalen-zalf mee.

Waarom, zul je je afvragen. Simpelweg omdat ik nogal charitatief ingesteld ben. Ik zal dit toelichten, vriendinnetje van me.
Wanneer je zo genietend langs moedertje zee dwarrelt zie je nogal eens garnalen die de hele dag zorgeloos hebben liggen zonnen en als ze dan in hun pelletje terug willen gaan blijkt dat niet zomaar een twee drie te kunnen omdat hun tere huidje door de hitte nogal opgezwollen blijkt te zijn.

Ik kan niet tegen dat pijnlijke gemartel en wanhopig gesteun, dat snijdt me gewoon door mijn ziel. Ik heb een zwak zenuwgestel, al zeg ik het zelf.
Ik wordt er dan toe gedreven om weldoende rond te gaan, van garnaal naar garnaal, en ze liefderijk in te smeren met een weinigje van deze verrukkelijke zalf zodat ze soepel in hun pelletjes schieten.' De garnaal keek het wolfje dankbaar aan en zei met een innige zucht, 'Ik geloof dat ik in contact ben gekomen met een echte garnalenvriend.'
'Zo is het maar net,' zei het wolfje. 'Je kunt maar boffen.'

Toen ze zo enige tijd gezeten hadden gaf de garnaal de wens te kennen dat ze zich wilde aankleden. Gedienstig stond het wolfje op, stak zijn poot diep in de mayonaise en ging de garnaal er smeuïg mee insmeren. 'Waarom doe je het zo dik,' vroeg de garnaal verwonderd.
'Moet dat zo overdadig?' 'Zeker wel,' zei het wolfje terwijl het nog eens een dik dotje over het warme roze vlees uitstreek, 'Ik houd niet van garnalen die te schraal in de mayonaise zitten.
Dat eet niet lekker weg.' En met een paar gulzige happen verslond het de garnaal.

De moraal van dit verhaal: Trek nooit ofte nimmer je kleren uit in de buurt van iemand die een potje mayonaise achter zijn rug verborgen houdt.
Je zit er onder voor je het weet.