Het Open Boek Texel

< Terug
           Verder >            

< Thuis
          

Uitverkochte titels



De wilde planten van Texel

Adriaan Dijksen

Paperback, 111 pag., 16 x 22 cm, een volledig herziene editie uit 2006

Met meer dan 50 nieuwe illustraties van Johan Reydon







Voor de liefhebbers van wilde planten is Texel een klein paradijs.

Dat het eiland zo'n rijke vegetatie heeft, dankt het vooral aan de grote verscheidenheid aan landschappen.
In het midden heb je de Hoge Berg, de lemen kern uit de ijstijd met zijn groene weggetjes, tuinwallen en kolken.
Daaromheen liggen de oude en nieuwe polders en vind je sloten, binnendijken en doorbraakpoelen.

Het eiland heeft natte en droge duingebieden, buitendijkse kwelders, de Horsmeertjes.
En niet te vergeten het honderd jaar geleden op de Westermient aangeplante dennenbos, dat geleidelijk meer een loofbos aan het worden is.
Al deze gebieden hebben hun typisch eigen begroeiing.
Die staat langs de kust onder invloed van zout of brak bodemwater, wat een bijzondere variatie teweegbrengt van gewone tot zeer zeldzame soorten.

Johan Reydon heeft in de bloeiperioden van 1979 en 1980 de meest kenmerkende Texelse planten stuk voor stuk naar de natuur geschilderd en daarmee de basis gelegd voor De wilde planten van Texel.
Voor deze nieuwe editie heeft hij er nog eens vijftig aan toegevoegd.

Adriaan Dijksen zorgde voor heldere, instructieve soortbeschrijvingen en voorzag ieder bloeigebied van een levendige inleiding.







Plaat 3
Uit het hoofdstuk over de planten van vloedmerken en zeereep
Een aquarel van Johan Reydon

1.  Akkermelkdistel
2.  Zandhaver
3.  Helm
4.  Biestarwegras
5.  Blauwe zeedistel
6.  Zeewinde


Artikel uit de Texelse Courant

Dialectnamen voor planten



LITERATUUR


UITVERKOCHTE TITELS

In het voetspoor van Jac. P. Thijsse - Toon Fey, Heukelem 1992
Plantengroei van de Waddeneilanden - V. Westhof en M.F. van Oosten, KNNV 1991
Verkade-album Texel - J.P. Thijsse, Zaandam 1927, heruitgave Zomer & Keuning 1988
Texel, het vogeleiland - J. Drijver, Amsterdam 1934, L.J. Veen 1957




Gids voor de vogels van Texel

Adriaan Dijksen

Paperback, 120 pag., 15,5 x 21,5 cm, 2de druk 1999

Met platen van Frits-Jan Maas, Johan Reydon en Peter van der Wolf







De gids bevat 36 kleurenplaten waarop 174 vogelsoorten staan afgebeeld.
Allereerst natuurlijk alle soorten die op Texel broeden en verder alle doortrekkers en wintergasten die geregeld op het eiland voorkomen.

Aan het gedeelte met de platen gaan hoofdstukken vooraf over o.a. vogeltrek en broedgedrag.
Ook is een uitgebreide lijst opgenomen met Texelse dialectnamen.

De vogels zijn ingedeeld naar leefgebied, en de omgeving waar ze het meest te zien zijn.
Telkens gaat daar een kort inleidend hoofdstuk aan vooraf.
De beschrijvingen staan steeds op de pagina tegenover die met de afbeelding.

Deze praktische en overzichtelijke opzet maakt het boek tot een handige leidraad voor een brede groep belangstellenden.
Omdat er veel specifiek Texelse informatie in is opgenomen, zullen ook de meer gevorderde liefhebbers er een genoegen aan kunnen beleven.






Plaat 10
Uit het hoofdstuk Vogels van meertjes, moerassen en rietkragen
Geschilderd door Johan Reydon

1.  Dodaars
2.  Fuut
3.  Tafel-eend
4.  Kuif-eend


Dialectnamen voor vogels


Zie ook : De webite van de Vogelwerkgroep Texel



UITVERKOCHTE TITELS


Vogels op het Gouwe Boltje - Adriaan Dijksen, uitgave LenR, Texel 1996
De wilde planten van Texel - Johan Reydon en Adriaan Dijksen, Het Open Boek 2006
Ecologische atlas van de Nederlandse wadvogels - Theunis Piersma, Bruno Ens, Leo Zwarts, Schuyt&Co, Haarlem 1999
De lepelaars van de Muy - Nol Binsbergen, gebr. Binsbergen / Het Open Boek 1995
Vogels kijken op Texel - Sytske Dijksen-Overbeeke, Ecomare / VVV Texel, Den Burg 1989
Verkade-album Texel - J.P. Thijsse, Verkade's fabrieken 1927, heruitgave Z&K, Ede 1988
Texel, uniek vogelparadijs in de Waddenzee - Jan P. Strijbos, Het Spectrum, Utrecht 1977
Texel vogel-eiland - A.J. Dijksen en L.J. Dijksen, Thieme Zutphen 1977
Texel het vogel-eiland - J. Drijver, De Spieghel Amsterdam 1934; L.J. Veen, A'dam 1957
De vogels van Texel - Chr. van Orden, A.J. Dijksen en L.J. Dijksen, Texels Museum Vereniging 1967




Kikkertje lief

Brieven van Aagje Luijtsen, tussen 1776 en 1780 geschreven aan haar man Harmanus Kikkert, stuurman in dienst van de VOC

Perry Moree, Vibeke Roeper, Ingrid Dillo en Theo Timmer

Gebonden, 206 pag., 24,5 x 16,5 cm, met illustraties in kleur en zwart-wit, en brief-fragmenten in duotoon, 2003







In het nationale archief van Groot-Brittannië stuitte historicus Perry Moree op een kostbare schat: een volledige reeks brieven van een Texelse zeemansvrouw aan haar man die als stuurman voor de VOC voer.
In 1781 werd een vloot van de Verenigde Oost-Indische Compagnie bij Kaap de Goede Hoop het slachtoffer van een Engelse aanval.
Stuurman Harmanus Kikkert behield het leven, maar zijn persoonlijke bezittingen, waaronder de brieven die zijn vrouw hem tijdens zijn reizen had geschreven, werden oorlogsbuit.

De vondst van de brieven was uniek.
Een pakket van negentien lange brieven van een zeemansvrouw werd nooit eerder aangetroffen.
De vondst is bovendien uitzonderlijk omdat de brieven een heel nieuw verhaal vertellen.
Niet dat van de mannen op hun verre reizen over de wereldzeeën, maar het verhaal van de achterblijvende vrienden en familieleden.

Over Aagjes schouder lezen we mee: haar eenzame nachten, de omgang met haar schoonfamilie, haar dagelijkse zorgen en haar verlangen naar haar 'Kikkertje lief'.
De correspondentie breekt af op een aangrijpend moment, als Aagje haar man Harmanus moet informeren over de dood van hun zoontje.
Aagjes brieven zijn levendig en teder, vol dagelijkse details maar ook vol menselijk drama.
Ze geven een prachtig beeld van het dagelijks leven ruim tweehonderd jaar geleden.

In het boek zijn Aagjes brieven onverkort gepubliceerd en nu voor iedereen toegankelijk.
Historicus Perry Moree voorzag ze van een inleiding, waarin o.a. ook een overzicht is opgenomen van de reizen die Harmanus en zijn broers voor de VOC maakten.
Vibeke Roeper en Theo Timmer zorgden voor uitleg en toelichtingen die de brieven voor elke lezer meer begrijpelijk maken.



'Schoon dat ik swerf op zee, mijn sieles haar hartije gaat mee.'

'Schoon dat ik swerf op zee, geen tijt geen plaats die ik bemin, daar ik mijn sieles lief niet en vind, ja selfs tot aan de ree ...'







'Gezight van Het Eyland Texel, te zien uit het Z.Z.Westen, 1777'


De afbeelding op groter formaat, met een uitleg van de cijfers die op de kustlijn zijn aangegeven







Een bijlage met brieven en andere informatie


Gravures naar Pieter van Cuyck




Vlakbij mijn hoofd wat afgedwaalde schapen

Linder Kuiper

Slappe kaft, 50 pag., 13 x 21,5 cm, 1991







Vlakbij mijn hoofd wat afgedwaalde schapen van Linder Kuiper werd in juni 1991 uitgebracht in een oplage van 750 exemplaren.
Daarvan waren er 25 gebonden en voorzien van een originele ets van Toon de Haas (1929-2015), kunstschilder te Amstelveen en jeugdvriend van de dichter.
Deze speciale editie is ook niet meer te koop.

De bundel bevat 44 gedichten, voornamelijk sonnetten.
Kuiper spiegelt zich in het Texelse landschap.


Over de auteur:

Linder (Leendert) Kuiper werd op 5 mei 1926 op Texel geboren als zoon van een veehouder.
Zijn tweelingzusje overleed kort na hun geboorte.
Hij groeide op in de buurtschappen Spang en Harkebuurt.
Voor en na zijn studie aan de Middelbare Landbouwschool werkte hij op het boerenbedrijf van zijn ouders.
Daarna werd hij boekhouder bij een veevoer-, en zaadhandel in Oudeschild.

Linder Kuiper overleed op 31 maart 1982.
Hij liet een groot aantal gedichten na.
Het gedicht Ets werd in 1982 ook gepubliceerd in de bundel Zondagskinderen van de poëzie.


'Er moet een overkant zijn te beschrijven

met een gedicht dat niet in tweeën deelt,

zodat de aanvang bij het eind kan blijven.'



Pagina met gedichten

Gedicht Jeanne Wesselius




Op Texel valt er nu misschien wel regen

Aart van den Brink

Slappe kaft, 48 pag., 12 x 19,5 cm, een uitgave bij het 25-jarig jubileum van Het Open Boek







Oud-Texelaar Aart van den Brink werd in 1954 in Oosterend geboren.
Later ging hij naar Amsterdam waar hij nu woont en werkt.
Van den Brink was een van de dichters die in 1997 uit eigen werk voor heeft gedragen bij de her-opening van galerie Het Posthuys in De Koog.
Hij werkte ook mee aan de poëzie-manifestaties van Kunst in Zee.

De bundel bevat veertig gedichten, voornamelijk sonnetten.
Het zijn gedichten van iemand die op Texel is opgegroeid en nu in de stad woont.
De eersten spelen zich af op het eiland van zijn jeugd.
De andere gaan over het volwassen leven in de stad, kinderen, kantoorverliefdheden, Ierse muziek en schaken.

Af en toe zitten er tussen de regels kleine verwijzingen naar het oude eiland.

Het laatste gedicht Stadsgrens eindigt met de verzuchting: 'Op Texel valt er nu misschien wel regen, en in Den Helder stopt de laatste trein.'


'Soms gaat er iemand praten in de nacht,

dan gooien ze weer 'bonken over diek,

en rookt de Rooie Zee tot in de sloten.'




Pagina met gedichten


Zie ook : Andere boektitels van Aart van den Brink




Familiezaken

Nico Dros

Slappe kaft, 30 pag., 10,5 x 17 cm, uitgegeven in 1988







'Op de laatste zaterdag van augustus 1924 meerde in de vroege avond een schipper zijn tjalk af aan de laad-, en loswal achter Oost.
Volgens afspraak zouden zich omstreeks drie uur na middernacht twee passagiers bij hem aandienen, waarna men terstond zee zou kiezen.

'Er was voor dit late uur gekozen om bij vloed uit te kunnen varen en om de kans op een voortijdige ontdekking van Aaltjes vlucht zo klein mogelijk te maken.'

Familiezaken van Nico Dros is in het voorjaar van 1988 uitgebracht bij gelegenheid van de 15de verjaardag van de winkel.
Het boekje kwam uit in twee drukken met verschillend omslag.

Voor de 1ste druk leverde Toon de Haas een tekening, v
Voor het tweede is gebruik gemaakt van een asfalt-litho van Souwtje de Wijn : Het steenen hoofd van de haven, uit 1938.

Het verhaal stond eerder in het literair tijdschrift Tirade.


Zie ook : Boeken van Nico Dros




Een bijbeldriftig dorp

Ofwel Bodemgeheimen van Oosterend

Nico Dros

Een boekwerkersgeschenk uit 1997, slappe kaft, 20 pag., geniet op het formaat 20 x 13 cm

Omslagfoto: Oosterend 1937








Een bijbeldriftig dorp behelst de geschiedenis van het kerkelijk leven in Oosterend.
Dros zoekt in het verhaal antwoord op de vraag hoe het komt dat Oosterend zo'n godsvruchtig oord is, terwijl Texelaars zich in de loop der eeuwen over het algemeen weinig aan het geloof gelegen lieten liggen.
Hij ontvouwt een opmerkelijke theorie over het dorp dat vroeger wel werd aangeduid als 'het Jeruzalem van Het Noorden'.

Bekende en minder bekende feiten en gebeurtenissen passeren de revue.
Over de slechts dertig afgescheidenen bijvoorbeeld, die in 1851 een eigen kerkje begonnen in een oud pakhuis, en over het gedwongen vertrek van de aanvankelijk op handen gedragen dominee Buskes.
Dros schetst bloemrijk de veelbewogen perikelen tussen fijnen en groven, en trekt de lijn van het verleden door naar zwarte kousenkerk in de huidige tijd.

Nico Dros (Harkebuurt, 1956) schreef onder meer de romans Noorderburen, Familiezaken, Ter hoogte van het Salsa-paviljoen en de essay-bundel Het angstzweet der kolonialen.
Een bijbeldriftig dorp werd in het voorjaar van 1997 in opdracht van de Boekwerkers Texel geproduceerd.




De Razende Bol en de groene schoen

Diet Verschoor

Boekwerkersgeschenk 2000, slappe kaft, 24 pag., geniet op formaat 20 x 13 cm







Het verhaal begint in de zachte winter van 2000 en gaat over een man die zijn drukke bestaan in de stad is ontvlucht om op Texel te gaan wonen, het eiland waar hij al sinds zijn jeugd vakantie vierde en dat hij nogal heeft geïdealiseerd.
Hij komt terecht in een huisje in de polder Het Noorden, vlak bij de Waddendijk.

De man ervaart dat op zo'n eiland wonen heel anders is dan er op vakantie zijn.

Hij begint te vereenzamen, zwerft langs de kust en raakt psychisch in de war.
Het duurt geruime tijd voor hij met beide benen op de grond staat en zich thuis kan voelen op het eiland.

Diet Verschoor (Santpoort, 1946) heeft diverse romans op haar naam staan, maar kreeg vooral bekendheid door haar kinder-, en jeugdboeken: o.a. Het Fluisterpotlood, Tessa en De brieven van Ilja Irina.
In het voorjaar 2000 verscheen bij uitgeverij Leopold de jeugdroman Emma's Noorderlicht.

De Razende Bol en de groene schoen werd in het voorjaar van 2000 in opdracht van de Boekwerkers Texel geproduceerd.




Texel, een vriendschap, een liefde

Frank Herzen

Harde kaft, 16 pag., 14,5 x 18,5 cm, uitgegeven in 1979

Met miniaturen van Niek Welboren







Frank Herzen (Haarlem, 1933) kreeg vooral bekendheid met De zoon van de woordbouwer (bekroond als beste jeugdboek van 1970).

Hij publiceerde meerdere verhalen-, en gedichtenbundels waaronder De tuinen van de tijd, Strategie voor eilandbewoners, En zondags een stukje vlees, de roman Nulpunt en het tweedelige Arthur in Wales.

Herzen werkte voor de Nederlandse Schoolradio, ontwierp en schreef een 40-delige biologie-methode voor het basisonderwijs, produceerde honderden verhalen voor jeugdbladen en schreef een groot aantal boeken voor beginnende lezers zoals Het landje achter de laatste flat en Ontsnapt aan de piraten.

Frank Herzen is het pseudoniem van Frans Wilem Hendrik van Emmerik.

Niek Welboren (Den Helder, 1946) schildert al jarenlang het Texelse landschap.

Vroeger had hij in Oudeschild een prentenwinkeltje.
Tegenwoordig woont en werkt hij in De Scholerie, de voormalige school van Zuid-Eierland.

Van deze uitgave werd er in 1985 een tweetalige Duits-Nederlandse editie uitgebracht bij Verlag Bert Schlender (Bibliothek der Entdeckungen 12).



Texel, een vriendschap, een liefde


Frank Herzen


Onthalsd bleven de gevels in een dorpsstraat staan,

als gestorvenen onder de guillotine van de wind.

Alleen de stoepsteen wijst een oude datum aan,

zoals in elke man de ziel blijft van een kind.


Het kind dat nog niet weet van vriend en vrouwen.

Een kind dat een verdriet groot als de aarde heeft,

wanneer het lacht als zonlicht pure warmte geeft

en nog op woorden en beloftes durft te vertrouwen.


Gevels verweren in de tijd en mensen groeien

naar herinneringen die men dient uit te roeien,

zodat er geen rancune of obsessie wortelen gaat.


Maar als het mes zijn werk doet voel ik mij,

alsof ik uit dit lichaam gewichtige organen snij

en op een eiland een kleine jongen achterlaat.




Kuukelehaantje Kippekont

(kom je morrege bee me speule?)

Theo Timmer

Harde kaft, 47 pag., 14 x 12 cm, kinderversjes van Theo Timmer met illustraties van Monica Maas
Een uitgave bij de gelegenheid van de 20ste verjaardag van Het Open Boek in het voorjaar van 1993

In herdruk



                



'Kuukelehaantje Kippekont

kom je morrege bee me speule?

Niks hoor, amper tied,

speule doen ik niet!


Ommoe seit, ze had nag kennis

an een kirrel uut de Wéél

Skéépekop, eierdop!

Haal je eige neus maar op

Gien seníe, en ok gien tied:

morrege speul ik niet!'




Zeven Kuukelehaantjes




Souwtje de Wijn

Leven en illusies van een Texels kunstenares

Theo Timmer, Hans van der Klift en Pieter de Vries

Harde kaft, 60 pag., 23 x 18 cm, met illustraties in kleur, uitgegeven in 1980








Souwtje de Wijn was een kleurrijke verschijning in het Texelse landschap.
Ze werd in het vissersdorp Oudeschild geboren op 28 oktober 1888.
Als kind wilde ze al schilderes worden, maar pas op latere leeftijd kreeg ze de kans om te gaan studeren aan de Rijks-akademie in Amsterdam.
Daar heeft ze les gehad van o.a. de hoogleraren Aarts, Jurres, Bronner en Roland Holst.

Ze etste, maakte steendrukken en schilderde in olieverf.

Vrijwel haar hele leven heeft ze op Texel gewoond en gewerkt, eerst in Oudeschild, later in De Rustende Landman achter de Zaandammerdijk en op het eind van haar leven in De Roef bij 't Horntje.

Vooral in het begin van de jaren dertig en rond 1950 is ze heel productief geweest.
Het overgrote deel van haar Texelse landschappen zijn pastels en aquarellen.

Souwtje heeft zich in haar ambitie altijd tegengewerkt gevoeld, vooral door haar vader.
Om die reden begon ze in het begin van de jaren dertig te signeren met haar moeders naam : Zwanenburg.

Iedereen op het eiland kende haar.
Souwtje was een eigenzinnige vrouw die veel van dieren hield.
Ze was vermaard om haar filosofische instelling en venijnige uitspraken.

Ze overleed op 22 maart 1969.

Ruim 10 jaar later werd voor het eerst een grote tentoonstelling van haar werk gehouden en kreeg ze in een bredere kring erkenning.

Als 'het geitenwijf' figureert Souwtje in De zomer van dat jaar (een jeugdroman Imme Dros).


De volledige boektekst


Een pagina met schilderijen



Zuid-Haffel, 1946




Moete ze d'r uut burgemeester?

43 Tesselse volksverhaaltjes

Theo Timmer en Femmy Witte

Slappe kaft, 56 pag., 18,5 x 14 cm, de zesde druk werd gemaakt in 1995



                  


Verhaal : Akkes-Kil




Ballade van Texel

Texel en omgeving in het midden van de zestiende eeuw, toelichting bij de reproductie van een kaartfragment

Henk Schoorl

Geniet, 28 pag., 20 x 20 cm, met een gereproduceerde kaart van 40 x 60 cm, uitgegeven in 1976







In het Algemeen Rijksarchief in Den Haag bevindt zich het origineel van de oudste handgetekende kaart van de kop van Noord-Holland.
(collectie Hingman, nr. 2486)

Het is één van de charmantste en schilder-achtigste kaarten van dit gebied.

De kaart is anoniem en niet gedateerd.
Het origineel heeft een formaat van 80 x 240 cm

Ballade van Texel
is een toelichtingsboekje bij de reproductie van een gedeelte van deze kaart
Het betreft het linker deel met de eilanden Texel, Wieringen en Huisduinen, verkleind naar 40 x 60 cm

Aan de hand van de inpolderings-geschiedenis van de Zijpe komt Henk Schoorl tot de conclusie dat de kaart getekend moet zijn door Jan van Scorel, en wel in het voorjaar van 1552.
Schoorl beschrijft gedetailleerd de voorgeschiedenis van de bedijking, en vervolgens bespreekt hij de details op het gereproduceerde deel.
Aan de hand daarvan weet hij een levendig beeld te schetsen van de dorpen, molens, visserij en allerlei andere bedrijvigheden op Texel en haar omgeving in het midden van de 16de eeuw.





Texel rond 1550, een kaartfragment dat is toegeschreven aan Jan van Scorel


De boektekst en details van de kaart op een groter formaat




Terug op de plaats

Op zoek naar een vriendelijk dorpsplein

Theo Timmer en Jan Visser

Geniet, 30 pag., 20 x 20 cm, met foto's en reconstructie-tekeningen, uitgegeven in 1975-'76







In 1969 werd de bevolking van Texel opgezadeld met een nieuw Gemeentehuis.
Op de Groeneplaats, in het centrum van Den Burg verscheen er plotseling een groot en saai stads-kantoor.

Het uit de 17de eeuw daterende statige raadhuis aan de Binnenburg moest daarvoor verdwijnen, evenals Het Raaksje, een straatje huizen aan de pleinzijde.
In één klap verdween het intieme karakter uit het centrum.

Architect Jan Visser en Theo Timmer deden onderzoek naar de bebouwing op het plein, en hebben hun bevindingen vastgelegd in dit boekje.
Aan de hand van foto's en maatschetsen zijn de gesloopte huizen gereconstrueerd en is de bewoningsgeschiedenis daarvan beschreven.

Vervolgens werd er een plan gemaakt om de huizen er maar weer neer te gaan zetten.

Terug op de plaats was het eerste herstelplan van de reeks die in de afgelopen vijfentwintig jaar werd ontwikkeld.






De Groeneplaats en het Raaksje, transparant over de huidige situatie






Het Gemeentehuis in Den Burg eind 19de eeuw






Pandjes van Katrien en Aris Ponger aan de Vismarkt.
Tot kort voor de sloop in 1929 hebben ze er een blik-slagerij en een verfwinkel gehad.

De pandjes gingen tegen de grond omdat ze plaats moesten maken voor de nieuwbouw van de Boerenleenbank.
Dat is het latere Polderhuis, waarin nu het makelaarskantoor van Eelman is gevestigd.




Het eiland Texel en zijne bewoners

Francis Allan

Slappe kaft, 136 pag., 20 x 13,5 cm, 1980, een heruitgave van de editie uit 1856

Zie ook : de nieuwe editie uit 2021







Wetenswaardigheden voor de reiziger in het midden van de 19de eeuw.
Allan beschrijft de dorpen en gehuchten, de geschiedenis, de voortbrengselen en de voornaamste inpolderingen op Texel.

Hoewel hij stevig leunt op het oudere Brieven over Texel van Pieter van Cuyck, weet hij er ook veel aardige dingen toe te voegen, bijvoorbeeld over trouwen, begraven, klederdracht en taal, maar ook over (voormalige) gebruiken zoals queesten, krieken, zuup-pot en meijerblis.

De kaart van Notaris Kikkert uit 1854 is als bijlage aan het boek toegevoegd.
Van deze kaart is er later een herdruk gemaakt, met daarop ingetekend de scheepsstrandingen langs de noord-westelijke kust.


LITERATUUR


Brieven over Texel - Pieter van Cuyck, en de nabijgelegen eilanden, Delft 1789, heruitgave Krusemann 1969
Isaak Tirion over Texel, heruitgave Het Open Boek 1974
Watersnood 1775-1776, verslag van de gebeurtenissen langs de Texelse kust, Het Open Boek 1974




Watersnood 1775-1776

Verslag van de gebeurtenissen langs de Texelse kust

Geniet, 36 pag., 13,5 x 21,5 cm, met illustraties in zwart-wit, uitgegeven in 1974







Fotografische heruitgave van fragmenten over Texel uit de drie delen Bespiegeling over Neerlandsch Waternood die in 1776 en 1778 werden uitgegeven bij Loveringh en Allart in Amsterdam.

Het betreft een verslag van de gebeurtenissen op 14 en 15 november 1775 en op 20 en 21 november van het jaar daarna, met ooggetuigenverslagen uit o.a. Oost en Oudeschild, en een relaas over scheepvaart ongelukken voor de kust.
Vooral de situatie bij Oudeschild was lange tijd kritiek.

Om het wegspoelen van het wier te voorkomen, had men de dijk met zeilen beschermd.
Het kon niet verhinderen dat de zee voor het dorp op vele plaatsen over de dijk liep.
Een groot deel van de bevolking vluchtte naar Den Burg, de Hogeberg en de Schans.

De dijk ten noorden van Oost kon met geluk behouden blijven, dankzij een op drift geraakt vaartuig dat op de gevaarlijkste plek was blijven steken.